Over de auteur

Dennis Beekhuijzen
Advocaat

Kan een aannemer de huidige extreme prijsstijgingen voor bouwmaterialen zoals hout, koper en staal succesvol bij zijn opdrachtgever in rekening brengen? Welke mogelijkheden zijn er wanneer partijen in een aannemingsovereenkomst een prijsvastbeding zijn overeengekomen?
Uitgangspunt is wat partijen zijn overeengekomen in hun overeenkomst en wat in de toepasselijke algemene voorwaarden staat. Vaak wordt in aannemingsovereenkomsten gebruikt gemaakt van een ‘prijsvastbeding’. Dit betekent dat de aanneemsom niet mag worden verhoogd in het geval dat de aannemer wordt geconfronteerd met prijsstijgingen. Of zo’n beding standhoudt, hangt af van de formulering ervan.
Als partijen een eenvoudig en algemeen geformuleerd prijsvastbeding zijn overeengekomen, zijn er in geval van extreme prijsstijgingen soms nog steeds mogelijkheden om op grond van de wet (7:753 BW) of op grond van veelgebruikte algemene voorwaarden in de bouw (§ 47 UAV 2012) deze prijsverhogingen door te belasten aan de opdrachtgever als kostenverhogende omstandigheden.
Deze kostenverhogende omstandigheden moeten wel dusdanig zijn dat bij totstandkoming van de overeenkomst geen rekening hoefde te worden gehouden met de kans dat deze omstandigheden zich zouden voordoen. Daarnaast is van belang dat de omstandigheden de aannemer niet kunnen worden toegerekend en dat deze (in het geval van § 47 UAV 2012) de kosten van het werk aanzienlijk verhogen.
De huidige extreme prijsstijgingen voor bouwmaterialen zijn een direct gevolg van de corona pandemie. De vraag naar en productie van bouwmaterialen viel door corona snel terug. De laatste maanden zien we dat de vraag weer enorm toe neemt. De productie is echter nog niet terug op het oude niveau, waardoor de prijzen extreem hard stijgen.
Gezien deze omstandigheden en gezien de parallel met de uitkomsten van de geschillen na de extreme prijsstijgingen van staal medio 2003-2008, is de conclusie gerechtvaardigd dat aannemers geen rekening hoefden te houden met de huidige extreme prijsstijgingen en dat deze niet volledig aan de aannemer kunnen worden toegerekend, zodat deze mogelijk kunnen worden doorberekend aan de opdrachtgever op grond van 7:753 BW en/of § 47 UAV 2012.
Als partijen in het prijsvastbeding of in het bestek artikel 7:753 BW (en in geval van toepasselijkheid van de UAV 2012 § 47 UAV 2012) uitdrukkelijk uitsluiten, kan de aannemer geen beroep op die artikelen doen en geen prijsstijgingen doorberekenen. Voor de aannemer resteert dan alleen het vangnet van artikel 6:285 BW, dat dwingend recht is en niet weg gecontracteerd mag worden.
Artikel 6:258 BW geeft de aannemer de mogelijkheid om voor de rechter te vorderen dat de overeenkomst wordt gewijzigd omdat sprake is van onvoorziene omstandigheden. Die omstandigheden moeten onvoorzien zijn én dusdanig zijn dat de opdrachtgever naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. In recente jurisprudentie is uitgemaakt dat de coronacrisis een onvoorziene omstandigheid is.
De vraag voor wiens rekening extreme prijsstijgingen van bouwmaterialen komen is dus afhankelijk van de situatie en hetgeen partijen hebben opgenomen in hun overeenkomst. Maar zelfs wanneer een zogenaamd ‘prijsvastbeding’ is opgenomen, heeft de aannemer in zeer extreme gevallen, waar nu sprake van lijkt te zijn, alsnog mogelijkheden om de extreme prijsstijgingen door te berekenen.
Meer weten of hulp nodig bij het opstellen of beoordelen van overeenkomsten? Neem dan contact op met Dennis Beekhuijzen via +31 (0)85-013 43 12 of stuur een mail naar dennis.beekhuijzen@heronlegal.com.

In de bouwbranche zijn verschillende sets voorwaarden in omloop die van invloed zijn op de waarschuwingsplicht van aannemers richting opdrachtgevers. Check daarom eerst welke voorwaarden van toepassing zijn op het contract. Realiseert u zich daarnaast dat er ook afwijkende afspraken in het contract zelf kunnen worden opgenomen. In deze blog bespreken we de voorwaarden die van toepassing zijn op kleinere bouwprojecten.

In de bouwbranche zijn verschillende sets voorwaarden in omloop die van invloed zijn op de waarschuwingsplicht van aannemers richting opdrachtgevers. Van belang is om allereerst te bekijken welke voorwaarden van toepassing zijn op het contract. Daarnaast is het van belang om te realiseren dat er ook afwijkende afspraken in het contract zelf kunnen worden opgenomen. In deze blog bespreken we de voorwaarden die van toepassing zijn op grotere bouwprojecten.

Op 1 juli 2023 treedt de 'Wet goed verhuurderschap' in werking. Deze nieuwe wet stelt in feite nieuwe normen waaraan verhuurders aan particulieren moeten voldoen en geeft gemeentes middelen om de nieuwe voorschriften te handhaven.

Een erfdienstbaarheid is een last waarmee een onroerende zaak, dienende erf, ten behoeve van een andere onroerende zaak, heersende erf, is bezwaard. Het meest bekende voorbeeld van erfdienstbaarheid is het ‘recht van overpad’, ook wel: erfdienstbaarheid van weg. Zo’n last kan bijvoorbeeld zijn het recht om van het diende erf gebruik te maken om op die manier de openbare weg te kunnen bereiken. Een erfdienstbaarheid wordt gevestigd door middel van het opstellen en inschrijven van een notariële akte. Op het moment dat er sprake is van een gevestigde erfdienstbaarheid dan blijft dit recht gelden, ook indien iemand anders eigenaar wordt van het heersende of dienende erf.

Is een makelaar aansprakelijk voor een meetfout in het woonoppervlak?

In de wereld van het vastgoedrecht is eigendomsverkrijging van grond door verjaring een complex maar fascinerend onderwerp. De recente ontwikkelingen in de rechtspraak hebben specifieke implicaties voor de verkrijging van overheidsgrond door verjaring. Maar moeten er in deze gevallen strengere eisen gelden?

Door de onlangs door de Eerste Kamer aangenomen Wet vaste huurcontracten is het vanaf 1 juli 2024 in principe niet meer mogelijk om een tijdelijke huurovereenkomst voor woonruimte te sluiten. Dit heeft gevolgen voor huurovereenkomsten die na deze datum worden afgesloten. In deze blog lees je welke dit zijn.

Vanaf 1 januari 2023 zal ieder in gebruik genomen bedrijfspand moeten voldoen aan de label-C plicht, anders wordt door het bevoegd gezag opgetreden. Bij de verhuur van bedrijfspanden is onduidelijk wie zal worden aangesproken als de verplichting niet wordt nageleefd. In dit artikel leest u hoe u eventuele problemen voorkomt.

In de wereld van het vastgoedrecht is eigendomsverkrijging van grond door verjaring een complex maar fascinerend onderwerp. De recente ontwikkelingen in de rechtspraak hebben specifieke implicaties voor de verkrijging van overheidsgrond door verjaring. Maar moeten er in deze gevallen strengere eisen gelden?

In de recente uitspraak van 9 maart 2020 heeft de rechtbank Amsterdam zich gebogen over de vraag of de handelswijze van Airbnb in strijd is met de Nederlandse wet.

De aannemer heeft vaak een retentierecht, dat wil zeggen, een recht dat hij de zaak onder zich mag houden tot aan zijn vordering is voldaan. Hoe zit dit in constructies van hoofd- en onderaannemerschap? De onderaannemer heeft geen directe relatie met de opdrachtgever. Immers, hij heeft enkel een contract met de hoofdaannemer, en de hoofdaannemer heeft op zijn beurt een contract met de opdrachtgever. De opdrachtgever is dus voor de onderaannemer een derde.De vraag is dan ook; kan de onderaannemer gebruik maken van zijn retentierecht ten aanzien van derden?

Zojuist veegde de Raad van State in een uitspraak de in juli 2021 ingevoerde bouwvrijstelling van tafel, omdat deze niet voldoet aan het Europese natuurbeschermingsrecht. Door deze bouwvrijstelling was het bij de aanvraag van een vergunning niet langer nodig om te onderzoeken hoeveel stikstof er vrijkwam bij de bouw van een project. Deze stikstoofuitstoot zou namelijk maar tijdelijk zijn, zo redeneerde het kabinet. Alleen blijvende stikstofuitstoot na ingebruikname telde vanaf dat moment mee.

Een opvallende uitspraak van de Raad van State van 13 maart 2019: de burgemeester kan een pand niet voor 6 maanden sluiten naar aanleiding van een daar aangetroffen hennepkwekerij, nu verhuurster al het redelijke heeft gedaan om het pand en de huurder te controleren en de kwekerij te melden.

Op 26 november 2021 heeft de Hoge Raad in een belangrijke uitspraak geoordeeld dat de overheid bij de verkoop van onroerend goed – net als bij de verdeling van schaarse vergunningen en uitgifte van schaarse grond - voldoende ruimte moet bieden aan potentiële gegadigden om mee te dingen naar de betreffende onroerende zaak. Bij de verkoop van vastgoed dient de overheid het gelijkheidsbeginsel in acht te nemen, aldus de Hoge Raad. In dit artikel wordt kort stilgestaan bij de aanleiding en de gevolgen van deze uitspraak.

Op 6 juli 2021 is het wetsvoorstel opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke huurcontracten aangenomen door de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel beoogt de positie van starters en mensen met een middeninkomen op de woningmarkt te verbeteren. De nieuwe regelgeving heeft grote gevolgen voor beleggers op de huizenmarkt.

Recentelijk heeft de Hoge Raad (het hoogste rechtscollege van Nederland) geoordeeld dat een verhuurder van een bedrijfsruimte de sloten mocht vervangen nu er een huurachterstand was en de huurder het gehuurde vrijwillig had verlaten. In welke gevallen kan dit en hoe moet hiermee worden omgegaan?

Als aannemer heeft u een wettelijke waarschuwingsplicht. Die geldt zowel bij het aangaan als tijdens de uitvoering van het contract. De Wet Kwaliteitsborging Bouw scherpt deze waarschuwingsplicht aan. In deze blog leest u of de wettelijke waarschuwingsplicht ook geldt ten aanzien van de omgevingsvergunningen die nodig zijn voor de uitvoering van het werk.

Welke mogelijkheden heeft een verhuurder om een niet-betalende huurder te bewegen om achterstallige huursommen te voldoen? Mag een verhuurder een huurder die een betalingsachterstand heeft laten ontstaan de toegang tot het gehuurde ontzeggen door bijvoorbeeld de sloten van het gehuurde te vervangen?

In Nederland is er een extra reden waarom Airbnb controversieel is: Airbnb brengt namelijk aan zowel verhuurder als huurder kosten in rekening, terwijl het voor een bemiddelaar verboden is om ‘twee heren te dienen’. Dit stelde de Hoge Raad in 2015 in haar Duinzigt/X-arrest. Overtreedt Airbnb de wet?

Op 27 november 2019 heeft de Rechtbank Noord-Holland een interessante uitspraak gedaan over de kwalificatie van koopopties en voorkeursrechten in een huurovereenkomst. In deze zaak twisten partijen over de vraag welke betekenis moet worden gehecht aan de in de huurovereenkomst opgenomen bepaling. Houdt de bijzondere bepaling ‘Huurder heeft een optie tot koop van het gehuurde voor de thans vastgestelde koopsom van € 425.000,00 k.k. gedurende een maximale periode van 1 jaar, te weten tot 01-05-2018’ een optie tot koop of een voorkeursrecht in?

Een idyllisch landgoed gelegen te Sint-Michielsgestel, was onderwerp in een huurrechtelijk geschil tussen de eigenaar, Stichting Het Noordbrabants Landschap (NBL), en de erfpachter van het landgoed.

Wanneer een onderneming te maken krijgt met een faillissement, brengt dit veel onzekerheden met zich mee. Een belangrijke vraag die zich dan voordoet, is de vraag wat er gebeurt met lopende huurovereenkomsten waaraan de gefailleerde partij is verbonden. Dit artikel bespreekt de positie van zowel huurder als verhuurder bij faillissement van zijn/haar contractspartij.

Op 24 december gaf de Hoge Raad antwoord op eerder door de rechtbank Roermond gestelde prejudiciële vragen omtrent huurkorting en corona. In dit artikel leest u wat dit voor verhuurders en huurders betekent.

Op 14 mei 2019 is het Wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen (hierna: “de Wkb”) aangenomen door de Eerste Kamer. Op 18 april 2016 heeft de Minister voor Wonen en Rijksdienst (Minister Stef Blok) de Wkb ingediend bij de Tweede Kamer, teneinde een verbetering van de bouwkwaliteit te bewerkstelligen. De Wkb is op 21 februari 2017 aangenomen door de Tweede Kamer en thans door de Eerste Kamer.

Op 1 januari 2023 moet ieder kantoorgebouw minimaal energielabel C hebben. In dit artikel lichten wij toe wanneer u aan deze Label C-verplichting moet voldoen en welke subsidies en fiscale faciliteiten u kunt benutten om de kosten van duurzaamheidsinvesteringen te drukken.

Duurzaamheid, iedereen heeft er mee te maken in zijn/haar directe omgeving. Denk bijvoorbeeld aan de elektrische fiets en de elektrische auto, groene stroom, HR-ketels, windmolens en dat er geen gratis plastic tasjes meer bij het boodschappen worden gedaan. Ook in vastgoedland wordt veel aandacht besteed aan verduurzaming, denk aan het energielabel, zonnepanelen en circulair bouwen. In dit artikel zal nader worden ingegaan op circulair bouwen.

In ons bericht van 3 december 2021 bespraken wij het Didam-arrest: de overheid moet bij verkoop van onroerende zaken gelijke kansen bieden. Dit betekent nagaan of er meerdere gegadigden zijn en openbaarheid in acht nemen met betrekking tot de selectieprocedure en selectiecriteria. De eerste uitspraken na het Didam-arrest maken langzaam duidelijk wanneer de overheid gelijke kansen biedt en wat de gevolgen zijn als zij dit niet doet. We bespreken hieronder twee recente uitspraken. Hieruit volgt dat de invulling van het gelijkheidsbeginsel ook geldt voor koopovereenkomsten gesloten vóór het Didam-arrest en ook geldt in geval van een voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad in de koopovereenkomst.

Naast de Wet goed verhuurderschap (reeds inwerking getreden) en de Wet vaste huurcontracten treedt per 1 juli a.s. ook de Wet betaalbare huur in werking. Wat betekent dat voor u als verhuurder? U leest het in deze blog.

Vanaf 1 juli 2019 is de Warmtewet aangepast. Dit artikel legt uit wat de gevolgen zijn voor huurders en verhuurders van onroerende zaken.

Op 1 januari 2022 treden de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen (Wkb) en de Omgevingswet gelijktijdig in werking. Deze wetten zorgen voor ingrijpende wijzigingen op het gebied van vergunningverlening, handhaving en aansprakelijkheid. In dit artikel wordt ingegaan op de hoofdlijnen van dit nieuwe stelsel voor bouwtoezicht.