Over de auteur

Manon van den Oord
Advocaat
Naast de Wet goed verhuurderschap (reeds inwerking getreden) en de Wet vaste huurcontracten treedt per 1 juli a.s. ook de Wet betaalbare huur in werking. Wat betekent dat voor u als verhuurder? U leest het in deze blog.
Kort gezegd zorgt de Wet betaalbare huur ervoor dat de huur(prijs)bescherming voor de huidige sociale huursector wordt uitgebreid naar het zogenaamde ‘middenhuursegment’. Er zullen dus meer huurders aanspraak kunnen maken op huur(prijs)bescherming. Daarnaast wordt de regulering van de (maximale) huurprijs dwingender wat ook extra verplichtingen voor u als verhuurder meebrengt.
Op dit moment maakt ons huurrecht onderscheid tussen sociale huurwoningen en vrijesectorwoningen. Dat onderscheid is gebaseerd op de huurprijs bij het begin van het huurcontract. Voor huurcontracten gesloten in 2024 ligt de (liberalisatie)grens op € 879,66. Is de huur hoger, dan is er sprake van een vrijesectorwoning. Een verhuurder is in het geval van een vrijesectorwoning vrij om de huurprijs te bepalen en is niet gebonden aan een maximale huurprijs. Enkel in de eerste zes maanden kan de huurder de aanvangshuurprijs laten toetsen door de Huurcommissie; daarna niet meer.
Bij een aanvangshuur in 2024 van € 879,66 of minder is er sprake van een sociale huurwoning. Hierbij geldt een maximale huurprijs die door de Huurcommissie kan worden getoetst. De Huurcommissie toetst de huurprijs dan aan de hand van een puntenstelsel waarmee de woning wordt gewaardeerd. Een huurder van een sociale huurwoning kan op elk moment (en dus niet enkel de eerste zes maanden) een verzoek indienen bij de Huurcommissie om de huurprijs te laten toetsen. Daarnaast kunnen deze huurders de Huurcommissie om een uitspraak vragen over de afrekening van de servicekosten, de jaarlijkse huurverhoging en (onderhouds)gebreken.
De nieuwe Wet betaalbare huur voegt een extra categorie huurwoningen toe: het middensegment. Daaronder vallen huurwoningen vanaf 145 punten tot maximaal 186 punten waar een maximale huurprijs van € 1.157,95 per maand bij hoort. Er zijn per 1 juli 2024 dus drie categorieën:
1. Het lage huursegment (tot 145 punten, tot € 879,66);
2. Het middenhuursegment (145 tot 186 punten, tot € 1.157,95);
3. Het hoge huursegment (vanaf 187 punten, vanaf € 1.157,95).
Huurders van woningen in het middenhuursegment krijgen met de Wet betaalbare huur vrijwel dezelfde huur(prijs)bescherming als huurders van de huidige sociale huurwoningen (het lage huursegment). Dat heeft onder andere tot gevolg dat het vanaf 1 juli a.s. niet meer is toegestaan om een woonruimte te verhuren voor een prijs die hoger ligt dan de maximale huurprijs volgens het puntenstelsel. Dit is enkel nog toegestaan indien het gaat om een woonruimte van 187 punten of meer (ook wel het hoge huursegment).
In bepaalde situaties is het wel mogelijk om een extra percentage boven op de maximale huurprijs te vragen. Denk daarbij aan een nieuwbouwopslag. Per geval moet worden beoordeeld of hierop aanspraak gemaakt kan worden. Als verhuurder dient u dit ook aan te kunnen tonen.
Indien u op of na 1 juli a.s. een huurcontract tekent, geldt de Wet betaalbare huur. Dat betekent dat u als verhuurder verplicht bent om u te houden aan de maximale huurprijs die voortvloeit uit het puntenstelsel. Daarnaast is het per 1 januari 2025 verplicht om bij nieuwe huurcontracten een puntentelling (waardering van de kwaliteit van de woning) bij te voegen met vermelding van de daarbij behorende maximale huurprijs. Indien u hier niet aan voldoet of de woning toch voor een hogere huurprijs verhuurt, riskeert u (naast een vordering van de huurder en een juridische procedure) een bestuurlijke boete. U riskeert deze boete ook wanneer u met instemming van de huurder een hogere huurprijs afspreekt.
Een ander gevolg van de Wet betaalbare huur waar u als verhuurder rekening mee moet houden is dat huurders in het middensegment ook toegang tot de Huurcommissie krijgen. Deze huurders kunnen dus op elk moment gedurende het huurcontract naar de Huurcommissie toe stappen en verzoeken om een toetsing van de huurprijs. Overigens krijgen alle huurders (ook huurders in het hoge segment) voor wat betreft de afrekening van de servicekosten toegang tot de Huurcommissie.
Voor lopende huurcontracten geldt de aanvullende huur(prijs)bescherming in principe niet. Dit is enkel anders bij lopende huurcontracten voor:
1. Sociale huurwoningen (onder de liberalisatiegrens). Deze type huurders konden al aanspraak maken op huur(prijs)bescherming. Daarom geldt per 1 juli a.s. dat zij ook direct aanspraak kunnen maken op de huurprijsbescherming volgens het nieuwe (punten)stelsel.
2. Woningen die op dit moment als vrijesectorwoning worden verhuurd (boven de liberalisatiegrens), maar volgens het puntenstelsel tot het lage huursegment (sociale huurwoning) behoren. Voor deze huurcontracten geldt een overgangstermijn van één jaar. Uiterlijk op 1 juli 2025 moeten de huurprijzen voor deze woningen dus zijn aangepast.
Vanaf 1 januari 2025 zullen gemeenten op deze regels gaan handhaven. Let er dus op dat u tegen die tijd aan de regelgeving voldoet om procedures bij de Huurcommissie/rechter alsook bestuurlijke sancties (boetes) te voorkomen.
Heeft u vragen over deze nieuwe wetgeving of andere wetgeving, zoals de Wet goed verhuurderschap of de Wet vaste huurcontracten? Neem dan gerust contact op met Manon van den Oord via manon.van.den.oord@heronlegal.com of via +31 (0)6 218 729 14 van Heron Legal. Wij kunnen voor u inzichtelijk maken aan welke wet- en regelgeving u dient te voldoen.
In de bouwbranche zijn verschillende sets voorwaarden in omloop die van invloed zijn op de waarschuwingsplicht van aannemers richting opdrachtgevers. Check daarom eerst welke voorwaarden van toepassing zijn op het contract. Realiseert u zich daarnaast dat er ook afwijkende afspraken in het contract zelf kunnen worden opgenomen. In deze blog bespreken we de voorwaarden die van toepassing zijn op kleinere bouwprojecten.
In de bouwbranche zijn verschillende sets voorwaarden in omloop die van invloed zijn op de waarschuwingsplicht van aannemers richting opdrachtgevers. Van belang is om allereerst te bekijken welke voorwaarden van toepassing zijn op het contract. Daarnaast is het van belang om te realiseren dat er ook afwijkende afspraken in het contract zelf kunnen worden opgenomen. In deze blog bespreken we de voorwaarden die van toepassing zijn op grotere bouwprojecten.
Op 1 juli 2023 treedt de 'Wet goed verhuurderschap' in werking. Deze nieuwe wet stelt in feite nieuwe normen waaraan verhuurders aan particulieren moeten voldoen en geeft gemeentes middelen om de nieuwe voorschriften te handhaven.
Een erfdienstbaarheid is een last waarmee een onroerende zaak, dienende erf, ten behoeve van een andere onroerende zaak, heersende erf, is bezwaard. Het meest bekende voorbeeld van erfdienstbaarheid is het ‘recht van overpad’, ook wel: erfdienstbaarheid van weg. Zo’n last kan bijvoorbeeld zijn het recht om van het diende erf gebruik te maken om op die manier de openbare weg te kunnen bereiken. Een erfdienstbaarheid wordt gevestigd door middel van het opstellen en inschrijven van een notariële akte. Op het moment dat er sprake is van een gevestigde erfdienstbaarheid dan blijft dit recht gelden, ook indien iemand anders eigenaar wordt van het heersende of dienende erf.
Is een makelaar aansprakelijk voor een meetfout in het woonoppervlak?
In de wereld van het vastgoedrecht is eigendomsverkrijging van grond door verjaring een complex maar fascinerend onderwerp. De recente ontwikkelingen in de rechtspraak hebben specifieke implicaties voor de verkrijging van overheidsgrond door verjaring. Maar moeten er in deze gevallen strengere eisen gelden?
Door de onlangs door de Eerste Kamer aangenomen Wet vaste huurcontracten is het vanaf 1 juli 2024 in principe niet meer mogelijk om een tijdelijke huurovereenkomst voor woonruimte te sluiten. Dit heeft gevolgen voor huurovereenkomsten die na deze datum worden afgesloten. In deze blog lees je welke dit zijn.
Vanaf 1 januari 2023 zal ieder in gebruik genomen bedrijfspand moeten voldoen aan de label-C plicht, anders wordt door het bevoegd gezag opgetreden. Bij de verhuur van bedrijfspanden is onduidelijk wie zal worden aangesproken als de verplichting niet wordt nageleefd. In dit artikel leest u hoe u eventuele problemen voorkomt.
In de wereld van het vastgoedrecht is eigendomsverkrijging van grond door verjaring een complex maar fascinerend onderwerp. De recente ontwikkelingen in de rechtspraak hebben specifieke implicaties voor de verkrijging van overheidsgrond door verjaring. Maar moeten er in deze gevallen strengere eisen gelden?
In de recente uitspraak van 9 maart 2020 heeft de rechtbank Amsterdam zich gebogen over de vraag of de handelswijze van Airbnb in strijd is met de Nederlandse wet.
De aannemer heeft vaak een retentierecht, dat wil zeggen, een recht dat hij de zaak onder zich mag houden tot aan zijn vordering is voldaan. Hoe zit dit in constructies van hoofd- en onderaannemerschap? De onderaannemer heeft geen directe relatie met de opdrachtgever. Immers, hij heeft enkel een contract met de hoofdaannemer, en de hoofdaannemer heeft op zijn beurt een contract met de opdrachtgever. De opdrachtgever is dus voor de onderaannemer een derde.De vraag is dan ook; kan de onderaannemer gebruik maken van zijn retentierecht ten aanzien van derden?
Zojuist veegde de Raad van State in een uitspraak de in juli 2021 ingevoerde bouwvrijstelling van tafel, omdat deze niet voldoet aan het Europese natuurbeschermingsrecht. Door deze bouwvrijstelling was het bij de aanvraag van een vergunning niet langer nodig om te onderzoeken hoeveel stikstof er vrijkwam bij de bouw van een project. Deze stikstoofuitstoot zou namelijk maar tijdelijk zijn, zo redeneerde het kabinet. Alleen blijvende stikstofuitstoot na ingebruikname telde vanaf dat moment mee.
Een opvallende uitspraak van de Raad van State van 13 maart 2019: de burgemeester kan een pand niet voor 6 maanden sluiten naar aanleiding van een daar aangetroffen hennepkwekerij, nu verhuurster al het redelijke heeft gedaan om het pand en de huurder te controleren en de kwekerij te melden.
Op 26 november 2021 heeft de Hoge Raad in een belangrijke uitspraak geoordeeld dat de overheid bij de verkoop van onroerend goed – net als bij de verdeling van schaarse vergunningen en uitgifte van schaarse grond - voldoende ruimte moet bieden aan potentiële gegadigden om mee te dingen naar de betreffende onroerende zaak. Bij de verkoop van vastgoed dient de overheid het gelijkheidsbeginsel in acht te nemen, aldus de Hoge Raad. In dit artikel wordt kort stilgestaan bij de aanleiding en de gevolgen van deze uitspraak.
Op 6 juli 2021 is het wetsvoorstel opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke huurcontracten aangenomen door de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel beoogt de positie van starters en mensen met een middeninkomen op de woningmarkt te verbeteren. De nieuwe regelgeving heeft grote gevolgen voor beleggers op de huizenmarkt.
Recentelijk heeft de Hoge Raad (het hoogste rechtscollege van Nederland) geoordeeld dat een verhuurder van een bedrijfsruimte de sloten mocht vervangen nu er een huurachterstand was en de huurder het gehuurde vrijwillig had verlaten. In welke gevallen kan dit en hoe moet hiermee worden omgegaan?
Als aannemer heeft u een wettelijke waarschuwingsplicht. Die geldt zowel bij het aangaan als tijdens de uitvoering van het contract. De Wet Kwaliteitsborging Bouw scherpt deze waarschuwingsplicht aan. In deze blog leest u of de wettelijke waarschuwingsplicht ook geldt ten aanzien van de omgevingsvergunningen die nodig zijn voor de uitvoering van het werk.
Welke mogelijkheden heeft een verhuurder om een niet-betalende huurder te bewegen om achterstallige huursommen te voldoen? Mag een verhuurder een huurder die een betalingsachterstand heeft laten ontstaan de toegang tot het gehuurde ontzeggen door bijvoorbeeld de sloten van het gehuurde te vervangen?
In Nederland is er een extra reden waarom Airbnb controversieel is: Airbnb brengt namelijk aan zowel verhuurder als huurder kosten in rekening, terwijl het voor een bemiddelaar verboden is om ‘twee heren te dienen’. Dit stelde de Hoge Raad in 2015 in haar Duinzigt/X-arrest. Overtreedt Airbnb de wet?
Op 27 november 2019 heeft de Rechtbank Noord-Holland een interessante uitspraak gedaan over de kwalificatie van koopopties en voorkeursrechten in een huurovereenkomst. In deze zaak twisten partijen over de vraag welke betekenis moet worden gehecht aan de in de huurovereenkomst opgenomen bepaling. Houdt de bijzondere bepaling ‘Huurder heeft een optie tot koop van het gehuurde voor de thans vastgestelde koopsom van € 425.000,00 k.k. gedurende een maximale periode van 1 jaar, te weten tot 01-05-2018’ een optie tot koop of een voorkeursrecht in?
Een idyllisch landgoed gelegen te Sint-Michielsgestel, was onderwerp in een huurrechtelijk geschil tussen de eigenaar, Stichting Het Noordbrabants Landschap (NBL), en de erfpachter van het landgoed.
Wanneer een onderneming te maken krijgt met een faillissement, brengt dit veel onzekerheden met zich mee. Een belangrijke vraag die zich dan voordoet, is de vraag wat er gebeurt met lopende huurovereenkomsten waaraan de gefailleerde partij is verbonden. Dit artikel bespreekt de positie van zowel huurder als verhuurder bij faillissement van zijn/haar contractspartij.
Op 24 december gaf de Hoge Raad antwoord op eerder door de rechtbank Roermond gestelde prejudiciële vragen omtrent huurkorting en corona. In dit artikel leest u wat dit voor verhuurders en huurders betekent.
Op 14 mei 2019 is het Wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen (hierna: “de Wkb”) aangenomen door de Eerste Kamer. Op 18 april 2016 heeft de Minister voor Wonen en Rijksdienst (Minister Stef Blok) de Wkb ingediend bij de Tweede Kamer, teneinde een verbetering van de bouwkwaliteit te bewerkstelligen. De Wkb is op 21 februari 2017 aangenomen door de Tweede Kamer en thans door de Eerste Kamer.
In dit deel van hennepteelt voor eigen gebruik wordt, in tegenstelling tot het eerdere deel, het civielrechtelijke traject bij een huursituatie aan de hand van een recentelijke uitspraak besproken. Indien er in een gehuurde woning dan wel bedrijfspand drugs wordt geconstateerd, kan de burgemeester, zoals in deel 1 besproken, in beginsel overgaan tot sluiting van het gehuurde. Indien de burgemeester overgaat tot deze sluiting dan kan de verhuurder in beginsel de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbinden (dit is geregeld in de wet: artikel 7:231 lid 2 BW).
Recentelijk zijn er twee uitspraken gepubliceerd met betrekking tot hennepteelt voor eigen gebruik. In dit artikel wordt het bestuursrechtelijk traject besproken, volgende week in deel 2 het civielrechtelijk traject in een huursituatie.
Op 1 januari 2023 moet ieder kantoorgebouw minimaal energielabel C hebben. In dit artikel lichten wij toe wanneer u aan deze Label C-verplichting moet voldoen en welke subsidies en fiscale faciliteiten u kunt benutten om de kosten van duurzaamheidsinvesteringen te drukken.
Vanaf 1 juli 2019 is de Warmtewet aangepast. Dit artikel legt uit wat de gevolgen zijn voor huurders en verhuurders van onroerende zaken.