Pandrecht op een handelsnaam zinvol? Curator aansprakelijk?

Pandrecht op een handelsnaam zinvol? Curator aansprakelijk?

Pandrechten bieden schuldeisers een belangrijke vorm van zekerheid. Als de debiteur niet betaalt, dan kan de schuldeiser die een pandrecht heeft zich namelijk met voorrang verhalen op het goed waarop het pandrecht rust. Pandrechten kunnen ook worden gevestigd op intellectuele eigendomsrechten, zoals handelsnamen. Maar wat is de positie van een pandhouder die een pandrecht op een handelsnaam heeft in geval van faillissement van de pandgever?

In een recente rechtszaak tussen een pandhouder en een curator kwam aan de orde of de curator aansprakelijk was jegens de pandhouder. De pandhouder stelde dat de curator onrechtmatig jegens hem had gehandeld door een aan de pandhouder verpande handelsnaam te verkopen aan een derde zonder de pandhouder bij deze verkoop te betrekken. De curator had daarmee volgens de pandhouder inbreuk gemaakt op zijn pandrecht en was daardoor gehouden de door de pandhouder geleden schade te vergoeden.

Vestigen van een pandrecht op een handelsnaam mogelijk?

De curator stelde dat het niet mogelijk was om de handelsnaam te verpanden. De rechtbank verwierp dit argument.

Volgens de rechtbank volgt uit artikel 3:83 lid 3 BW jo. artikel 2 Handelsnaamwet dat een handelsnaam vatbaar is voor overdracht en daarmee ook voor verpanding. In dit geval was de pandhouder ook enig aandeelhouder en bestuurder van de (inmiddels failliete) vennootschap. Daardoor had hij het in zijn macht om de onderneming te verkopen. Dat de onderneming samen met de handelsnaam is verkocht door de curator en niet door de pandhouder, staat er in het onderhavige geval niet aan in de weg dat de pandhouder een rechtsgeldig pandrecht op de handelsnaam heeft verkregen.

Executie van het pandrecht op een handelsnaam?

Een handelsnaam kan op grond van artikel 2 Handelsnaamwet alleen worden overgedragen in verbinding met de onderneming die onder de naam wordt gedreven. Aangenomen wordt dat niet de gehele onderneming hoeft te worden overgedragen, maar wel een relevant deel daarvan.

Als de pandhouder voorafgaand aan het faillissement de handelsnaam had willen verkopen in het kader van de uitwinning van haar pandrecht, dan kon hij dit doen door middel van een openbare verkoop (artikel 3:250 BW), dan wel met toestemming van de voorzieningenrechter of op grond van een overeenkomst met de pandgever (artikel 3:251 BW) mits dit in verbinding met de verkoop van de onderneming zou gebeuren.

In dit geval was er echter sprake van een faillissement. De rechtbank stelt dat de pandhouder het pandrecht had kunnen uitwinnen door met de curator af te spreken dat hij de handelsnaam samen met de onderneming onderhands mocht verkopen, eventueel tegen een boedelbijdrage. Deze mogelijkheid had de curator de pandhouder ten onrechte niet geboden, waardoor de curator onrechtmatig had gehandeld.

Schade?

Maar heeft de pandhouder daardoor ook schade geleden? Niet volgens de rechtbank. Het pandrecht heeft namelijk zaaksgevolg, waardoor het pandrecht nog steeds op de handelsnaam rust en niet teniet is gegaan door de verkoop aan de derde. De pandhouder had onvoldoende gesteld om andere schade te kunnen vorderen.

Conclusie

Het is mogelijk een pandrecht op een handelsnaam te vestigen. Omdat een handelsnaam alleen in combinatie met (een relevant gedeelte) van de onderneming kan worden overgedragen, zal de openbare verkoop van een handelsnaam tegelijkertijd met de openbare verkoop van  de onderneming moeten plaatsvinden. Dit kan in de praktijk dus tot problemen leiden. Als de handelsnaam in combinatie met andere intellectuele eigendomsrechten wordt verpand, heeft de pandhouder een betere uitgangspositie.

Heeft u vragen over intellectuele eigendomsrechten en zekerheidsrechten? Neem dan gerust contact op met Pascal van Boxtel via pascal.van.boxtel@heronlegal.com of +31 (0)6-21 38 21 99.

Meer over dit onderwerp

Raad van State: Wob verzoek ziet ook op WhatsApp-berichten en sms’jes

Op 20 maart 2019 bekrachtigde de Raad van State (RvS) het oordeel van de rechtbank Midden-Nederland dat bij een Wob-verzoek ook WhatsApp-berichten en sms’jes van ambtenaren openbaar gemaakt dienen te worden. De RvS voegt hier nog wel aan toe dat ook berichten op privé-telefoons openbaar gemaakt moeten worden.

Vernietiging van de koopovereenkomst wegens misbruik van omstandigheden

In een recente uitspraak van 27 november 2019 (ECLI:NL:RBAMS:2019:8868) heeft de rechtbank Amsterdam zich gebogen over de vraag of bij de verkoop en levering van een woning sprake was van een wilsgebrek bij de verkoopster op grond waarvan de koopovereenkomst en de levering rechtsgeldig zijn vernietigd.

Productaansprakelijkheid: hoe zit dat precies?

Produceert uw onderneming producten of delen daarvan? Of brengt u producten van een andere producent op de markt onder het label van uw onderneming? Dan kunt u geconfronteerd worden met productaansprakelijkheid. Bij het beoordelen van claims op basis van productaansprakelijkheid is een aantal uitgangspunten van belang.

Ook een WhatsApp-bericht is een daad van bekendheid

Het Hof Amsterdam heeft op 21 mei 2019 een uitspraak gedaan waarin zij oordeelde dat een WhatsApp-gesprek als een daad van bekendheid kan worden aangemerkt. In dit artikel zal eerst worden uiteengezet wat verstek en verzet inhoudt, waarna er vervolgens wordt ingegaan op de hierboven genoemde uitspraak.

Mededingingsrecht en verticale afspraken: Hoe zit het?

Afspraken tussen leverancier en afnemer (of distributeur), ook wel verticale afspraken, vallen onder het zogenoemde mededingingsrechtelijke kartelverbod als zij de mededinging (lees: concurrentie) beperken.

Handhaving energiebesparings- en informatieplicht intensiveert. Voorkom dwangsommen en handhaving!

Eerder schreven we al dat verhuurder en huurder 'niet veilig zijn' bij het handhaven van de label-C plicht[1], daar bovenop komt nu de strengere handhaving van de energiebesparings- en informatieplicht. Op verhuurders en huurders rust een verplichting bij te dragen aan het behalen van de klimaatdoelstellingen. In dit artikel leest u hoe u eventuele problemen voorkomt. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft meer geld beschikbaar gesteld (± 9.5 miljoen euro) om in 2020 en 2021 de handhaving op de naleving van de verplichtingen te intensiveren. Hiermee is er een groter risico op dwangsommen en boetes. Inmiddels zijn de eerste dwangsommen opgelegd aan bedrijven of instellingen die de energiebesparings- en informatieplicht niet (voldoende) zijn nagekomen.

Beroepsfout bij fusies en overnames

Bij de aankoop, verkoop of fusie van een onderneming spelen vele vraagstukken vanuit meerdere disciplines. Bij een overname zijn dan ook diverse adviseurs betrokken met ieder hun eigen specialisme, zoals accountants, fiscalisten, corporate finance-adviseurs en advocaten.

Het belang van rechtsbijstand bij commerciële geschillen

In het bedrijfsleven komt het regelmatig voor dat er geschillen ontstaan tussen partijen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een conflict over een contract, een betalingsachterstand of een schending van intellectuele eigendomsrechten. In dergelijke gevallen kan het inschakelen van een advocaat van groot belang zijn.

Bekijk alle artikelen