Wetswijziging e-mail, sms- en telemarketing

Wetswijziging e-mail, sms- en telemarketing

Vanaf 1 juli 2021 veranderen enkele marketingregels. Dan treedt een wijziging van de Telecommunicatiewet (Tw) in werking. De structuur van het huidige artikel 11.7 Tw, dat ziet op telemarketing, wordt gewijzigd. De belangrijkste verandering betreft de regels voor telemarketing met menselijke tussenkomst: de welbekende telefonische marketinggesprekken. Het Bel-me-niet Register, met bijna 10 miljoen telefoonnummers, wordt afgeschaft en ‘cold calling’ (het benaderen van consumenten die nog geen bekenden zijn van de verkopende organisatie) is niet langer toegestaan. Wie telefonisch contact wil leggen met een prospect, moet daarvoor van tevoren diens toestemming hebben gekregen. We gaan dus van een opt-out systeem over op een opt-in systeem. Wat betekent dit voor u?

Achtergrond en aanleiding

Marketingactiviteiten door middel van e-mail, sms en telefoon voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden vallen sinds 1998 onder artikel 11.7 Tw. De wetgever anticipeerde daarmee op de eerste ePrivacy richtlijn (richtlijn 2002/58). De regeling geldt voor marketing gericht op particulieren en marketing gericht op ondernemingen (waaronder eenmanszaken).

Het in februari 2021 aangenomen voorstel tot wijziging van de Tw is gebaseerd op signalen uit de samenleving over problemen met telemarketing. De afgelopen jaren is op allerlei fronten aandacht geweest voor de bescherming van consumenten tegen ongewenste telemarketing, zowel vanuit de Tweede Kamer, de Autoriteit Consument en Markt (de handhavende autoriteit op dit gebied) maar ook vanuit (belangenbehartigers van) consumenten. De huidige gang van zaken zorgt voor grote ergernis en ontevredenheid bij de consument: door de nu nog geldende opt-out structuur kan de consument namelijk ongevraagd worden benaderd voor telemarketingdoeleinden, behalve wanneer hij een beroep doet op het recht van verzet óf is ingeschreven in het Bel-me-niet Register.

Met de wetswijziging anticipeert de wetgever al enigszins op de komende ePrivacy verordening,  die uiteindelijk de huidige ePrivacy richtlijn (richtlijn 2009/136) en daarop gebaseerde Nederlandse Telecommunicatiewet moet gaan vervangen. In het voorstel van de ePrivacy verordening is namelijk voor alle ‘direct marketing’ kanalen een opt-in systeem opgenomen.

Toestemming marketingdoeleinden

Vooropgesteld gelden ook onder gewijzigde Tw de volgende vereisten voor toestemming voor marketingdoeleinden:

De toestemming dient te worden gegeven: (i) in vrijheid, zonder nadelige gevolgen voor de consument bij weigering toestemming, (ii) voor een afgebakend doel en (iii) op ondubbelzinnige wijze. Ook is van belang dat de toestemming (iv) aantoonbaar is (de bewijslast ligt bij de marketeer) en (v) op eenvoudige wijze weer kan worden ingetrokken.

Soft opt-in uitzondering – Klantrelatie

Marketing zonder toestemming is binnen een bestaande klantrelatie onder bepaalde voorwaarden wél toegestaan, op grond van het nieuwe artikel 11.7 lid 4 Tw.

Ook dan gelden bepaalde voorwaarden: (i) het moet gaan om marketing op basis van contactgegevens van klanten, verkregen naar aanleiding van de verkoop van een vergelijkbaar product of vergelijkbare dienst; (ii) bij de verkrijging van de contactgegevens moet de klant zijn gewezen op het mogelijke gebruik voor marketingdoeleinden en (iii) een recht op verzet zijn geboden. Vervolgens (iv) moet bij iedere communicatie opnieuw een verzetsmogelijkheid worden geboden, vandaar de aanduiding ‘soft opt-in’.

Deze al geldende uitzondering wordt met het nieuwe artikel 11.7 lid 5 Tw nog wat verruimd voor charitatieve instellingen. Hen is ook toegestaan contact op te nemen met prospects die zij al kennen in het kader van vrijwilligerswerk of het bijwonen van manifestaties, onder de voorwaarde dat bij elk gesprek wordt gewezen op het recht van verzet.

Driejaarstermijn Soft opt-in telemarketing

De hierboven geschetste soft opt-in regeling gold al voor e-mail en sms-marketing. Vanaf 1 juli worden de regels voor telemarketing daarmee gelijkgetrokken.

Bij telemarketing geldt nog een vijfde voorwaarde bij soft opt-in: het laatste contact (de leveringsdatum van een product of de afloopdatum van een dienst) met die klant mag niet ouder zijn dan drie jaar, op grond van artikel 3 lid 1 van de Code Telemarketing 2020 van de Stichting reclamecode.

Nieuw in de gewijzigde Tw: de wetgever behoudt zich het recht voor bij AMvB een (afwijkende) termijn vast te stellen voor het gebruik van contactgegevens voor telemarketing doeleinden (artikel 11.7 lid 9 Tw). Voor gewone e-mail- en sms-marketing heeft de wetgever, in lijn met de oorspronkelijke regeling van artikel 11.7 Tw, niet voorzien in de mogelijkheid om specifieke termijnen te stellen, onder meer uit kostenoverwegingen.[1] Hier geldt alleen dat de contactgegevens niet langer bewaard mogen blijven en gebruikt mogen worden dan op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming is toegestaan.

Soft opt-in uitzondering – Rechtspersonen

Op grond van het nieuwe artikel 11.7 lid 3 Tw mag telemarketing gericht aan een rechtspersoon of natuurlijk persoon handelend in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf zonder opt-in worden benaderd voor telemarketingdoeleinden.

Dit geldt (a) onder de voorwaarde dat de verzender elektronische contactgegevens gebruikt die door de eindgebruiker zijn bestemd en bekendgemaakt voor het ontvangen van ongevraagde commerciële, ideële of charitatieve communicatie. Deze gegevens moeten dan ook specifiek voor deze doeleinden worden gebruikt. In dergelijke gevallen mogen marketeers aannemen dat sprake is van toestemming.

Hetzelfde geldt (b) voor communicatie gericht aan rechtspersonen of zelfstandigen die zijn gevestigd buiten de Europese Economische Ruimte, waarbij wordt voldaan aan de in het desbetreffende land geldende voorschriften met betrekking tot het overbrengen van ongevraagde commerciële, ideële of charitatieve communicatie. Is in dat land een opt-in vereist, dan moet de marketeer dus alsnog eerst toestemming vragen.

Deze uitzondering bestond al onder het huidige artikel 11.7 lid 2 Tw en is als zodanig overgenomen voor de nieuwe versie.

Transparantie

Al onder de oude Tw gold dat de marketeer zijn identiteit bekend moet maken. Hetzelfde geldt onder de gewijzigde Tw. Nieuw is dat de marketeer die van een openbare telefoondienst gebruik maakt zijn nummeridentificatie niet mag verhullen (artikel 11.7 lid 7 Tw).

Overgangsregeling

Contactgegevens van bestaande klantrelaties die al in het bezit van de marketeer waren op 1 juli 2021, kunnen ook gebruikt worden als de marketeer bij het benaderen geen verzetsrecht heeft geboden, zo volgt uit het nieuwe art. 20.7 Tw.

Wat betekenen deze wijzigingen voor u?

Als u telemarketing inzet in uw onderneming, zal uw huidige aanpak moeten worden ingericht op deze nieuwe vereisten uit de Tw. Met name de manier van het verkrijgen en registreren van toestemming van de consumenten waarop u zich richt, verdient de aandacht. Het doorvoeren van de benodigde wijzigingen kan een intensief proces zijn, maar het mes snijdt aan twee kanten: vermoedelijk zal het opt-in systeem leiden tot passendere en daarmee wellicht ook effectievere telemarketing communicatie.

Maakt uw onderneming gebruik van telemarketing en wilt u meer weten over de concrete gevolgen van de wijziging van de Telecommunicatiewet voor uw onderneming? Neem dan contact op met Pascal van Boxtel via pascal.van.boxtel@heronlegal.com of +31 (0)6-21 38 21 99.

[1] Kamerstukken II 30661, nr. 19, p.4.

Meer over dit onderwerp

Wanneer standaard niet standaard blijkt – De zorgplicht van de IT-leverancier onder de loep

Het begon allemaal met goede bedoelingen. Een zonweringspecialist wilde een nieuw ERP-systeem. De IT-leverancier bood Production+ aan, een standaardoplossing gebaseerd op Microsoft Dynamics. Standaard betekende volgens beide partijen: zo min mogelijk maatwerk. Alles om het project beheersbaar en betaalbaar te houden.

Vraag uit de Privacy praktijk: Mag een accountant in het kader van een controle gegevens van mijn personeel inzien en verwerken?

In de praktijk komt het (vaak) voor dat uw organisatie derden inschakelt. Denkt u hierbij bijvoorbeeld aan het inhuren van een advocaat voor een gerechtelijke procedure of advisering, een accountant die uw jaarrekeningen opstelt of een marketingbureau dat direct-mailings voor u opstelt en verstuurt namens uw organisatie.

Uitleg van de AVG-verwerkingsgrondslag “voldoen aan een wettelijke verplichting” (update)

Een van de vereisten om persoonsgegevens te mogen verwerken is dat de verwerking moet berusten op een grondslag. De Algemene Verordening Gegevensbescherming (‘AVG’) kent een limitatieve opsomming van verwerkingsgrondslagen. In de praktijk is niet altijd duidelijk wat de aangewezen grondslag is. Dit is wel belangrijk omdat de toepasselijke grondslag uiteindelijk ook bepaalt wat de rechten van betrokkenen zijn, zoals het recht om gegevens te verwijderen.

Hergebruik van persoonsgegevens door de verwerker – nieuwe richtlijnen CNIL

De Franse privacy-toezichthouder CNIL publiceerde in januari 2022 een oplossing voor verwerkers die de persoonsgegevens die zij verwerken voor een opdrachtgever willen hergebruiken voor eigen doeleinden. Gezien de samenwerking tussen de Europese toezichthouders en de manier waarop zij in Europees verband de AVG uniform toepassen, zal deze handreiking ook voor Nederland handzaam zijn. In dit artikel zetten wij de hoogtepunten van de richtlijnen van de CNIL voor u op een rij.

Gevolgen Brexit voor uitwisseling persoonsgegevens tussen EU en Verenigd Koninkrijk (VK)

De Algemene Verordening Persoonsgegevens (AVG) zorgt voor een vrij verkeer van persoonsgegevens binnen de Europese Unie (EU). Door de Brexit maakt het Verenigd Koninkrijk (VK) geen deel meer uit van de EU. Daarom is niet meer automatisch sprake van een vrij verkeer van persoonsgegevens tussen de EU en het VK. Op de verwerking van persoonsgegevens in het VK is bovendien de Britse privacywetgeving van toepassing. Hierna worden de gevolgen van de Brexit voor de uitwisseling van persoonsgegevens tussen de EU en het VK besproken.

Bekijk alle artikelen